Handige woordjes voor het maken van een recept:
beide zeiden - ambos lados
braden - asar/braad - asa …
draaien - voltear/draai het om - hay que
voltear …
er uithalen - sacar/haal eruit - saca ...
hakken - cortar/hak - corta …
kneden - amasar/kneed - amasa ...
koken (van water) - hervir/kook - hierve …
koken/bakken - cocer/kook/bak - coce …
mengen - mezclar/meng - mezcla ...
op smaak brengen - aprovechar/breng op
smaak - aprovecha ...
naar smaak - al gusto
snijden - tajar/cortar/snijd - taja …/corta …
toevoegen - echar/añadir/voeg toe - echa/añade…
hoog vuur - fuego alto
laag vuur - fuego bajo
gematigd vuur - fuego medio
|
De gedekte tafel - La mesa puesto
bestek - cubiertos
bord - plato
braadpan - sartén
broodmandje - panera
fles - botella
glas - vaso
glas met voet - copa
koffiepot - cafetera
kop(je) - taza
lepel (eetlepel) - cuchara
mes - cuchillo
opscheplepel - cucharón
pan - cacerola
schaal, kom - fuente, el tazón
schoteltje - platillo
servet - servilleta
tafel (eettafel) - mesa de comedor
tafelkleed - mantel
theelepel - cucharilla
vaatwerk - vajilla
vork - tenedor |